woensdag 15 september 2010

landschap villa rotonda (aangepast 22-10-2010)

Van uit de loggias heb je geweldig uitzicht over het landschap, het is geen toeval. De villa is ontworpen om samen met de natuur en het landschap één te zijn. Dit in compleet contrast met villa Farnese van zestien jaar eerder. Wanneer het huis compleet symmetrisch lijkt te zijn, heeft het toch verschillende afwijkingen. Ontworpen om iedere gevel zijn mogelijkheid te geven één te zijn met landschap. Vandaar zijn er variaties in de gevels, in de breedte van stappen, muren, Etc. in deze manier vind de symmetrie de weg van de architectuur in verband met het asymmetrische van het landschap. Het landschap is een prachtig gezicht van bomen, weiden en bossen, Met Vicenza aan de horizon.  De loggia aan het noordwesten is op de heuvel gezet als einde van de rechte oprit vanaf de poort. Deze oprit is gemaakt door de Capra broeders welke in bezit van de villa waren in 1591. Ze hebben de villa af laten maken en andere gebouwen voor het agrarische deel laten plaatsen. Als iemand de oprit op komt richting de villa moet het voelen of dat je van het donker in het licht komt.

bron; http://en.wikipedia.org/wiki/Villa_Capra_%22La_Rotonda%22

maandag 13 september 2010

goddelijke constructies palladio, volkstkrant 2003

De goddelijke constructies van Andrea Palladio
Door Bob Witman/ 2 januari 2003 / de Volkskrant
VINCENZA


In de omgeving van Venetië bezocht architectuurwetenschapper Witold Rybczynski de klassieke villa’s van Andrea Palladio uit de Renaissance. Hij doet daarvan verslag in zijn boek ‘The perfect House’, en verbaast zich over het uitzicht.


Het dorp Piombino Dese ligt op een kruising van zeven wegen in het achterland van Venetië. Het is een plat, slaperig agrarisch land, met op zaterdag een markt op het dorpsplein en een trouwpartij in de kerk. Een reiziger heeft hier niets te zoeken. Ogenschijnlijk.


Weinig verraadt dat hier het antwoord ligt op de vraag waar die classicistische gevel van het Mauritshuis in Den Haag vandaan komt. Naar wiens gedachtengoed het Huis ten Bosch is ontworpen, en waar de architect Philips Vingboons zijn inspiratie voor de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengevels vandaan haalde. Toch zijn hier in dit dorp de nodige beroemde reizigers langsgetrokken, op zoek naar de bronnen van de bouwkunst.


Hun reisdoel: een knots van een zestiende-eeuwse villa, de Villa Cornaro van Andrea Palladio (1508-1580). De heldere proporties van het gebouw, de organische plattegrond, de simpele schoonheid van de gevel: alles valt op zijn plaats.


In zijn boek The Perfect House schrijft de Amerikaanse architectuurwetenschapper Witold Rybczynski dat deze villa behoort tot de sleutelwerken van Andrea Palladio, een bijnaam van Andrea di Pietro dalla Gondola. Zijn architectuurtraktaten, I quattro libri dell’ architettura, golden tot voorbij de negentiende eeuw als invloedrijk. Thomas Jefferson, Constantijn Huygens en Le Corbusier bezochten en bewonderden zijn ontwerpen. ‘Er is iets waarlijk goddelijks in zijn constructies’, noteerde Wolfgang Goethe in 1786 tijdens zijn Italiaanse reis. ‘Zoals de kracht van een grote dichter, die uit waarheid en leugen een derde dimensie vormt en ons betovert.’


Ook Rybczynski is gegrepen door de man die de klassieke bouwwetten van de Romeinen toepaste in de nieuwe tijd, zíjn tijd: het staartje van de Renaissance. Van de Romeinse architectuurschrijver Vitrivius leende Palladio de wetten van de monumentale tempelbouw, de strenge leer van de symmetrie en de rigide meetkundige regels voor maatvoering. Van de nieuwe tijd, met het opkomend humanisme, nam hij de menselijke proporties over. Hij gaf de rijken huizen waarmee ze konden pronken, maar combineerde schoonheid met functie, woongemak met agrarische bedrijfsvoering. Hij gaf ze huizen die koel waren in de zomer, en grote vensters hadden voor de sombere winterdag.


Palladio’s villa’s liggen verborgen in gehuchten, langs secundaire wegen en in oude dorpskernen rondom Vicenza en Venetië. De een leidt een bestaan als een feestzaal, de tweede is dichtgetimmerd en vervallen, de derde prachtig gerestaureerd, inclusief opgepoetste fresco’s, en de vierde is omgebouwd tot een zomerhuis van een rijke Amerikaan.


Rybczynski loopt erin rond en droomt over hoe het er in de zestiende eeuw uitzag en wat Palladio nastreefde. Terloops vertelt hij het levensverhaal van een man die als simpel steenhouwer begon en eindigde als favoriete architect van de welgestelden.


Zoals elke grote architect, had Palladio rijke opdrachtgevers nodig. Zijn mecenas was de verlichte edelman Giangiorgio Trissino uit Vicenza. Die introduceerde hem bij de rijken voor wie hij kon bouwen. Een van hen was monseigneur Paolo Almerico, die veel land bezat aan de zuidzijde van Vicenza. Op het hoogste punt daarvan, met een prachtig uitzicht op de rivier in het dal, ontwierp Palladio Villa Rotonda. Het huis oogt als een ode aan het landschap. Het is een villa zonder voor- of achterkant, in feite zijn er vier voorzijdes: naar elke windrichting strekt zich een enorm bordes uit. Een beetje pedant is het wel, alsof het huis wil zeggen: alles wat je kunt zien, is van mij. Wat ook zo was, in het geval van Paolo Almerico.


De doorgaans niet zo dweepzieke Goethe verzuchtte nadat hij het huis had bekeken: ‘Misschien heeft de bouwkunst nooit meer zulk een hoogtepunt en weelde bereikt.’ In Rotonda is de symmetrie tot heilig leerstuk verheven. Er is een centrale cirkelvormige hal, en daaromheen spreiden gelijkvormige kamers zich in afnemende hiërarchie uit naar de buitenzijde. En dan kun je je nog verbazen over een scala van meetkundige grapjes. Zoals het feit dat de oppervlakte van de vier bordessen tezamen, gelijk is aan de oppervlakte van het huis. Toch zitten al die details Rybczynski’s bewondering niet in de weg, als hij de villa betreedt en zich laat overdonderen door de goed afgewogen proporties van de ruimtes.


Als je in een huis van Palladio bent, weet je altijd precies waar je je bevindt. In de troonzaal, de sala, de nevengeschikte vertrekken, die kleiner worden naarmate hun publieke functie afneemt. Tot de keukens, de slaapkamers. En als je ergens je hoofd stoot, weet je zeker dat je in de dienstbodevertrekken bent aangeland.


Die strikte maatvoering heeft wetenschappers verleid om samen met Palladio te filosoferen over het klassieke ideaal dat er een menselijke maat is voor alle dingen. Een Britse wetenschapper heeft midden vorige eeuw een vergelijking gezocht tussen de zestiende-eeuwse muziekleer en de maten van Palladio’s gebouwen. Hij wilde een directe relatie leggen tussen de harmonieleer, tussen de muziekintervallen, en de afmetingen die Palladio gebruikte. Kamers moesten rond, of vierkant zijn, 1:2 meten, 2:3 of 2:7. Zo kwam hij tot zeven grondvormen. ‘De proporties van de stem zijn harmonieën voor het oor, die van de afmetingen zijn harmonieën voor de ogen’, schreef Palladio.


Maar met die ‘geheime algebra’ bleek het mee te vallen toen werd nagemeten of Palladio’s kamers wel aan zijn eigen strenge maatvoering voldeden. Veel van de verhoudingen die als klassiek gelden, blijken in Palladio’s bouwpraktijk vaak flinke afwijkingen te vertonen.


Rybczyinski vergeeft het hem onmiddellijk. Palladio was een echte architect, en echte architecten nemen grote beslissingen op het oog, als het werk gaande is. Ze zijn de eersten om de waarde van hun schetsen, hun papieren voorbereiding te relativeren. De Nederlandse architect Ben van Berkel heeft wel eens verzucht dat ‘je eigenlijk alles eerst wilt bouwen, voor je het ontwerpt’. Palladio was niet anders, hij was een architect die een grote genialiteit aan de dag legde als het ging om het combineren van schoonheid en functionaliteit. Dat is vijf eeuwen na dato nog goed zichtbaar. Rybczynski verlaat de laatste villa van Palladio met de verzuchting. ‘Ze zijn echt perfect.’

sammenvatting afmetingen van ruimte palladio

Bij alle belangrijke huizen heb je ruimtes die belangrijk zijn, en waaraan alle andere ruimtes zich bevinden.




De hal is een belangrijke ruimte, hier ontvang je mensen en begroet je ze. Geef je feesten en andere entertainment dingen daarvoor moest de hal groot zijn.


Palladio houd voor de hal 2 vierkanten aan. Vierkant heeft meestal de maat van de breedte van de hal. Hoe meer de hal in de vorm komt van de 2 vierkanten hoe functioneler en prijzenswaardiger de hal is.


Je moet de kamers vanuit beide kanten van de hal kunnen betreden. De kamers moeten symmetrisch zijn aan elkaar. Zodat het gebouw hetzelfde zicht krijgt aan beide kanten. De muren moeten de kracht afdragen van het dak. Als je de kamers niet symmetrisch houd dan moet de ene kant meer gewicht afdragen wat op den duur catastrofaal is voor het gebouw.


Je hebt 7 verschillende ruimtes die perfect zijn;


1. Ronden. (zeldzaam)


2. Vierkant.


3. De lengte zal gelijk zijn aan de diagonaal van het vierkant of aan de breedte.


4. Vierkant +1/3


5. Vierkant + ½


6. Vierkant + 2/3


7. 2 vierkanten.


Een ruimte met een plafond. Vanaf de vloer tot de balken heeft de ruimte dezelfde hoogte als de breedte. De ruimte er boven is een zesde hoger.


Als het dak gewelfd is zal de hoogte in een vierkante kamer een derde hoger zijn.


als de kamer langer is dan dat die breed is moet je de hoogte afleiden van de lengte en breedte. Zodat ze goed in proportie zijn.

woensdag 8 september 2010

villa rotonda

Villa Almerico Capra "La Rotonda"




Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie




Villa Almerico-Capra alias "La Rotonda")


Andrea Palladio, Gravure van het grondplan van de Villa La Rotonda, (I Quattro libri de architettura )Villa Almerico Capra ("La Rotonda") is een villa uit 1566 (voltooid in 1571) van de architect Andrea Palladio. Het is een van de beroemdste villa's uit de Italiaanse renaissance-architectuur. In deze profane villa zijn tempel-elementen van de architectuur uit de oudheid gebruikt.






De villa


De villa werd gebouwd in opdracht van Paolo Almerico, een pauselijke hoogwaardigheidsbekleder, die zich erin wilde terugtrekken na zijn terugkeer naar zijn geboortestad Venetië. Het gebouw had als bestemming: 'representatiegebouw'. Almerico's zoon verkocht de villa echter al snel aan de familie Capra, die het bouwwerk ingrijpend lieten aanpassen. De oorspronkelijk door Palladio bedoelde half-cirkelvormige koepel werd door de architect Vincenzo Scamozzi verlaagd en voorzien van een oculus (een opening in de koepel), zoals bij het Pantheon in Rome. Uit praktische overwegingen is deze opening later overdekt met een koepeltje. Het grondplan heeft de vorm van een Grieks kruis. Vier gelijke 'tempelfaçades' met Ionische zuilen omringen een vierkant middendeel.






De villa is gesitueerd op een heuveltop in de nabijheid van Vicenza (Italië), een feit waarmee door Palladio bij zijn ontwerp rekening is gehouden. De koepel van het gebouw en de vier symmetrisch gebouwde voorportalen geven het geheel een bijzondere aanblik. Hoewel niet als agrarisch landhuis gebouwd (zoals veel villa's uit die tijd), hebben de Capra's de bezitting uitgebreid met landerijen en bijgebouwen en deze later als agrarische villa in gebruik genomen.


De koepel is beschilderd met fresco's van Allessandro Manganza en de overige fresco's zijn van Anselmo Canera. Standbeelden van Albanese en Rubini versieren de gevels en de balustraden.
In zijn Italiaanse reizen (1786) geeft Goethe een uitvoerig en bewonderend verslag van zijn bezichtiging van de villa. De villa speelt een belangrijke rol in de verfilming van Mozarts opera Don Giovanni door Joseph Losey.






http://nl.wikipedia.org/wiki/Renaissance
via deze link nog heel veel informatie over de renaissance!

Villa rotonda

http://www.youtube.com/watch?v=h4bGqZV7Jwo&feature=related

http://www.youtube.com/watch?v=byH_L1yo2Lw&feature=related

http://www.youtube.com/watch?v=-5AJXFJhhG8&feature=related

http://www.youtube.com/watch?v=zs2eKBvX88s&feature=related

http://www.youtube.com/watch?v=-ovWBakYVHE&feature=related


hier enkele fimpjes over villa Rotonda van palladio!

vooral bij het laatste filmpje zie je goed dat het op een heuvel gelegen is.